![]() |
||||||||||||||||||||||||||
|
ZOEF ZOEFNa maanden boekjes en dvd’s van Nijntje te hebben gekeken, kunnen we eindelijk naar buiten. De zon schijnt, het is zomer. C en ik liggen lekker op het gras als twee eenden op ons afgewaggeld komen. “Kwak kwak”, zeg ik. C herkent de eendjes, we hebben ze immers maanden lang in boekjes en op tv gezien. Hij is verheugd ze nu eindelijk in levenden lijve te ontmoeten. Voor ons landt plots een kikker, al kan het ook een pad zijn, biologie was niet mijn sterkste vak. Wat zegt een kikker eigenlijk? Is dat niet ook kwak kwak? Maar dat zegt een eend al. De kikker springt verder en laat me achter in verwarring. C is het reptiel alweer vergeten. Hé leuk, een lieveheersbeestje. Tja, wat doet een lieveheersbeestje? Ik weet wel dat het aantal stippen zijn leeftijd voorstelt. Als vader hoor je hier antwoord op te hebben, zoals een vader overal antwoord op moet hebben. Ik kan natuurlijk een geluid verzinnen, bijvoorbeeld prit prit, maar dat lijkt me niet helemaal de bedoeling. Opeens horen we zoem zoem, zoem zoem. Verrek, dat is een wesp. Ik ben als de dood van wespen en straks steekt hij C nog. Rustig blijven zitten, is het devies. Maar ik ben bang en C wil het diertje aaien. Zoef zoef, zo snel als een haas ga ik ervandoor, met C op m’n arm natuurlijk. 6 september 2009 |
|
||||||||||||||||||||||||